De bijzondere voorwerpen nr. 5
Speelgoed van vroeger: poppen, bootjes en draaitollen
Tijdens de periode dat het Begijnhof gesloten is voor renovatie, zet het Erasmushuis elke maand een bijzonder voorwerp uit de omvangrijke historische, archeologische, volkskunst- en religieuze collecties van de gemeentelijke musea in de kijker. Vier voorwerpen, speelgoed voor meisjes en jongens uit de vroegere tentoongestelde collecties worden hier aan U voorgesteld.
1. Minituurbootje Miniatuurbootje van het type zeilbootje voor op vijvers, met houten zeil, waarop de twee letters FF.
België, 1900-1950
Hout en touwtje
10,5 cm; diam. 9 cm
inv. n° BEG 6072
2. Tol Rondvormige tol, met groeven waar het touwtje in past.
België, 1870-1900
Hout
10 x 13 cm
inv. n° BEG 6071
3 Houten pop, Peg wooden doll
Pop met beweegbare armen en benen, waarvan een deel ontbreekt. Het gips is er later aan
toegevoegd. Beide ogen, mond en haren zijn geschilderd.
België, 1870-1900
Hout
15,5 cm; diam. 4,5 cm
inv. n° BEG 6109
Lego, Playmobil, Barbie… Heel wat kinderspeelgoed van vandaag verschilt niet veel van dat uit het verleden en sommig speelgoed bestaat al sinds de prehistorie, alle gendergericht. Zo kunnen we op het beroemde schilderij van Pieter Bruegel de Oude, Kinderspelen, daterend van omstreeks 1560 (Wenen, Kunsthistorisches Museum), 246 taferelen zien van achter een hoepel rennende, haasje-over springende en spelletjes spelende kinderen. Drie soorten speelgoed die op dit schilderij te zien zijn, worden deze maand voor u in het Erasmushuis getoond.
Meisjesspeelgoed…
Al sinds mensenheugenis bezitten poppen een spirituele dimensie, omdat ze nabootsingen zijn van levende personen en verzorgd en aangekleed kunnen worden. Vervaardigd van restjes stof, stukjes bot of hout en zelfs van gedroogde stukjes appel, weerspiegelen ze de mode uit de periode, waarin ze werden gefabriceerd, zoals dit beweegbare poppetje van ivoor daterend uit de 2de of 3de eeuw van onze jaartelling, opgegraven in de Via Valeria in Tivoli (Palais Massimo alle Terme), compleet met kettinkjes, armbandjes, gouden ringetjes en een kapsel naar antiek model. De oudste poppen werden ontdekt in Egyptische vrouwengraven daterend uit de 20ste eeuw v. Chr. (Musée du Louvre). Het woord “pop” is afgeleid van het Latijnse pupa, dat ‘poppetje / meisje’ betekent. Ten tijde van de Romeinen wordt inderdaad melding gemaakt van het rituele gebruik van poppen, want als een jonge vrouw ging trouwen, offerde zij haar “lievelingspop” aan de godin Venus, Diana of Minerva, waarbij haar status van maagd overging naar dat van echtgenote. Maar als een kind kwam te overlijden voordat het de volwassen leeftijd had bereikt, werd zijn/haar speelgoed aan de goden van de onder-wereld gewijd, zoals te lezen is in De Architectura, boek IV, van Vitruvius.
… en jongensspeelgoed
Tollen en miniatuurbootjes is het speelgoed dat doorgaans voor jongens was bestemd. De reeds sinds de Oudheid gekende tol (afgeleid van het Latijnse turbo, dat tevens doet denken aan een spiraalvormige schelp), behoort tot de categorie trochus, een term die verwijst naar ieder bewegend voorwerp. Draaitollen verschillen van zweeptollen die worden aangedreven door een zweep, terwijl bij een draaitol het touwtje dat om zijn as is gewonden, zich ontrolt als je er een snelle ruk aan geeft, waarna de tol rond zichzelf draait. Het is een van de favoriete spelletjes van kleine jongens, zoals we kunnen zien op de prent van Auguste Xavier Leprince, La Toupie et le sabot, gepubliceerd in Les Jeux des jeunes garçons (1822). Ook miniatuurbootjes waren destijds heel populair over de hele wereld. Een miniatuurvikingboot van hout – nog in uitzonderlijke staat – werd tijdens opgravingen in Noorwegen ontdekt op een site die dateert tussen 1015 en 1028 (NTNU University Museum).
Het speelgoed van de gemeentelijke musea van Anderlecht
De beide in het Erasmushuis tentoongestelde poppen beelden twee vrouwenpersonages uit, met beweegbare armen en benen, ongetwijfeld bestemd om aangekleed te worden, aangezien er nog een rokje op een van beide is overgebleven. Het gaat om Peg wooden dolls, ook wel gekend onder de naam Grödner Gliederpuppen, waarvan eind 19de eeuw de productie verscheen in Duitsland en Frankrijk. Deze poppen werden samengesteld uit stukjes hout afkomstig van verschillende werkplaatsen en werden traditiegetrouw verkocht zonder kleren, die de meisjes dan zelf volgens hun eigen fantasie konden vervaardigen. Door het goedkope materiaal en de lage productiekosten van deze gefabriceerde poppen werden ze al gauw toegankelijk voor kinderen van eenvoudige komaf. Dit soort poppen werd voor een stuiver, of een penny bij de Britten, verkocht, vandaar de benaming Penny Dolls. Wat het minatuurbootje betreft, dit is een speciaal “zeilbootje voor op vijvers” dat veel succes had in de jaren twintig; het hier getoonde model dateert waarschijnlijk uit die periode. De letters op het zeil zouden kunnen verwijzen naar de initialen van de eigenaar van het bootje, naar de naam van het bootje of naar dat van de fabrikant. Wat de tol betreft, deze vertoont diepe groeven bedoeld voor het touwtje, waarmee je de tol kan laten draaien.
Research en tekst
Meggy Chaidron
Met dank aan
Zahava Seewald
Céline Bultreys
Anne Deckers